Op 16 juni van dit jaar berichtte deze krant over de 62-jarige stalen schouw, in de volksmond ook wel ‘bok’ genoemd. Na eerst jarenlang gebruikt te zijn door aannemersbedrijf v.d. Kooij uit Boskoop, werd deze veertig jaar geleden in bruikleen afgestaan aan het Vrijwillig Landschapsbeheer van het IVN en daarna nog vijf jaar aan het werkproject L.O.P. Rietgors, om ingezet te worden voor werkzaamheden in het Reeuwijkse plassengebied. De eigenaar bepaalde dat de schuit nu wel rijp was voor de sloop. Sluipwijkers John van Gemeren en Heidi Looy dachten daar anders over.
door Loes Kamer
bron: KIJK op Bodegraven-Reeuwijk
Boutje plus moertje is lekje
Toen John van Gemeren van het L.O.P. Rietgors vernam dat hun oude werkschuit aan een sloopbedrijf zou worden aangeboden, zocht John contact met de aannemer uit Boskoop en kreeg het voor elkaar de schuit voor de schrootwaarde over te nemen. “Rond 1960 is een groot aantal van deze schepen gebouwd in Alphen aan den Rijn, bij Kempers,” vertelt hij. “Ze zijn breed en plat en werden veel gebruikt door aannemersbedrijven voor het transport van bouwmaterialen. Vooral in de boomkwekerij gebeurde dat om grond, mest en bomen te vervoeren. Het Boomkwekerijmuseum in Boskoop beschikt over eenzelfde authentiek exemplaar. Dit type schip heeft zijn diensten bewezen in het plassengebied. De bok past in het beeld van de plassen en het zou jammer zijn als die voor het gebied verloren zou zijn gegaan.”
De staat waarin de bok verkeerde, was echter ronduit slecht. De stalen onderdelen zijn met bouten en moeren aan elkaar bevestigd en waren op die verbindingen gaan lekken, de houten vlonder was rot en het schip was gezonken. Bovendien heeft Johns bedrijf Watersnip al drie bokken varend en daarmee voldoende capaciteit. Wie kon de revisie van de bok op zich nemen? De oplossing: hij werd geschonken aan Stichting Natuurlijkheidi.